Wat is er aan de hand met de actualisering van de persoonsvolgende budgetten?

In 2017 stapten alle meerderjarigen over naar het systeem van persoonsvolgende financiering. In 2020 werd er een nieuw en geoptimaliseerd zorgzwaarte-instrument in gebruik genomen. In samenspraak met de sector besloot de Vlaamse Regering dat de methode van budgetbepaling grondig geëvalueerd en bijgestuurd moest worden. De 12 oude budgetcategorieën werden hervormd naar 24 categorieën, zodat het budget meer op maat kon worden toegekend.

Om de 12 budgetcategorieën om te zetten naar 24 categorieën werd er een jarenlang traject gelopen met gebruikersorganisaties en welzijnskoepels om na te gaan hoe het systeem eerlijker gemaakt kon worden. Er werd vastgesteld dat mensen met gelijke zorgnoden niet altijd hetzelfde budget kregen. Om die reden zijn er extra budgetcategorieën in het leven geroepen.

Hierdoor kregen sommige mensen minder budget dan hen oorspronkelijk werd toegewezen, anderen kregen een hoger budget. Er werd met andere woorden een nieuwe berekeningswijze in het leven geroepen om na te gaan waar men recht op heeft, omdat de oude simpelweg niet goed in elkaar zat.

Een paar personen zijn naar de Raad van State gestapt om het besluit van de Vlaamse Regering aan te vechten. Op 19 juni kwam het eerste advies van de auditeur van de Raad van State binnen. Deze stelt voor om bovengenoemd besluit te vernietigen. Uiteraard zorgde dit afgelopen dagen voor heel wat commotie in het Vlaams Parlement. Belangrijk hierbij te vermelden is dat het om een advies van de auditeur gaat, een officiële uitspraak van de Raad van State volgt nog.

Sommige partijen haalden hier ook het proefproject in prioriteitengroep 2 aan. Ik zei tijdens de plenaire vergadering dan ook aan dat het belangrijk is het debat zuiver te houden en niet alles op een hoopje te gooien. De actualisering van de budgetcategorieën heeft niets te maken met het proefproject.

Een andere kinderziekte in het systeem van persoonsvolgende financiering is de toeleidingsprocedure. Vandaag krijgen personen meteen na de inschaling te weten wat de budgethoogte zal zijn van het persoonsvolgend budget. Het probleem hiermee is dat de wachtlijsten lang zijn en het budget niet noodzakelijk is afgestemd op de noden die de persoon op dat moment heeft.

Daarom zal de toeleidingsprocedure aangepast worden. De budgetbepaling wordt naar achter geschoven, zodat het budget beter is afgestemd op de actuele noden. De implementatie hiervan zal een jaar in beslag nemen. De reden hiervoor is dat er nog mensen in de toeleidingsprocedure zitten en er dus niet van vandaag op morgen andere regels voorgelegd kunnen worden, aldus minister Crevits.

Zoals hierboven beschreven gaat de actualisering om een besluit waar jarenlang over werd nagedacht in samenspraak met de sector. Ik vind het dan ook vreemd dat dit besluit in vraag wordt gesteld. Het is voor ons belangrijk dat de zorggarantie die werd beloofd daadwerkelijk in praktijk wordt gebracht en dat is momenteel het geval. Er zijn mensen waarvan het budget daalt, maar er zijn ook mensen waarvan het budget stijgt. Daar wordt in dit debat niets over verteld. Belangrijk voor nu is te wachten tot de Raad van State een officiële uitspraak doet.

Daarnaast ben ik zeer tevreden dat er eindelijk een duidelijke visie is over de nieuwe toeleidingsprocedure. Het is goed dat de budgetbepaling naar achter wordt geschoven, zodat dit in lijn ligt met de noden die de persoon op dat moment heeft. Aanvankelijk zei minister Crevits dat de nieuwe toeleidingsprocedure pas in 2025 geïmplementeerd zou kunnen worden. Ik hoop alvast dat de procedure volgend jaar van start kan gaan en ik kijk uit naar deze nieuwe en verbeterde procedure. 

Indien je meer wilt lezen over deze nieuwe procedure kan dat hier. Het verslag van de plenaire vergadering van woensdag 21 juni kan je hier terugvinden.