Het onderzoek toont aan dat 53% van de respondenten vond dat de eigen leefsituatie verbeterd was. Hiernaast vond 43% van de respondenten dat de leefsituatie van de mantelzorgers verbeterd was. Het onderzoek stelde vast dat er grote verschillen waren tussen specifieke doelgroepen. Zo bleek dat de leefsituatie van personen met voornamelijk een fysieke handicap verbeterd was. In deze context werd het deelbudget ingezet voor praktische hulp, zoals thuishulp, gezinshulp,.... Deze mensen konden hun dringendste zorg en ondersteuning vaak inkopen met het deelbudget.
Hiertegenover staan de mensen die handicapspecifieke noden hebben. Vaak gaat het hier over mensen met een mentale beperking die nood hebben aan woonondersteuning, persoonlijke assistentie,... Deze respondenten gaven aan dat ze hun dringendste zorg en ondersteuning vaak niet konden inkopen vanwege het feit dat deze zorg niet ‘schaalbaar’ is. Met andere woorden kan deze zorg niet in stukjes opgenomen worden, waardoor het deelbudget niet efficiënt ingezet kon worden.
Het is naar mijn idee geen verrassende conclusie dat personen met handicapspecifieke noden niet toekomen met het deelbudget. Een deelbudget is vaak niet voldoende om een heel jaar dag- en woonondersteuning te financieren. Het is misschien wel een goed idee om bij de inschaling een onderscheid te maken tussen personen die nood hebben aan handicapspecifieke zorg en personen die nood hebben aan praktische hulp.