Vlaams Parlementslid
Kruimelpad
Persoonsvolgende financiering voor personen met een beperking: niet zo persoonsvolgend
De persoonsvolgende financiering, waarbij volwassen personen met een handicap een budget krijgen om zorg in te kopen, is maar voor de helft persoonsvolgend. De andere helft van het budget gaat naar instellingen en structuren. Vlaams Parlementslid Tine van der Vloet wil meer duidelijkheid over hoe het geld wordt besteed. “Het idee is de mensen meer vrijheid te geven. Maar uit mijn berekeningen blijkt dat meer dan de helft van het budget voor personen met een beperking naar instellingen en structuren gaat, en niet naar de betrokken persoon zelf.”
Zorginstellingen en tussenstructuren
Op 1 januari 2017 werd voor volwassen personen met een handicap de persoonsvolgende financiering ingevoerd. De betrokkene krijgt een budget om de zorg in te kopen die hij wil, waar hij wil. In 2017 kregen bijna 24.000 mensen met een beperking een budget om zorg in te kopen. Samen konden zij iets meer dan 750 miljoen euro besteden aan zorg. Het totale kostenplaatje voor 2017 bedraagt evenwel 1,54 miljard euro. Meer dan de helft ging dus niet rechtstreeks naar de personen zelf, maar wordt aan andere zaken besteed, zoals zorginstellingen en tussenstructuren.
Sneller helpen
Aangezien er zoveel mensen wachten op het budget vindt Vlaams Parlementslid van der Vloet het belangrijk om alle kosten grondig te bestuderen. “Uiteraard wordt een deel van deze middelen wel nuttig besteed”, zegt van der Vloet, “Maar toch moeten we in detail durven bekijken waar dit geld allemaal voor gebruikt wordt en uitgaven schrappen waar mogelijk. Zo kunnen we ook extra middelen laten vloeien naar de persoonsvolgende budgetten. Er staan immers nog heel wat personen met een beperking op een wachtlijst voor een persoonsvolgend zorgbudget. Kunnen we deze mensen niet sneller helpen?”