Vlaams Parlementslid
Kruimelpad
Mensen met een beperking die 17 jaar wachtten, kregen begin 2017 hun zorgbudget
Sinds 1 januari is het nieuw systeem van persoonsvolgende financiering (PVF) voor personen met een beperking van start gegaan. Nieuw bij dit systeem is, is dat het geld uit het uitbreidingsbudget dat niet automatisch wordt toegewezen, wordt verdeeld op basis van de registratiedatum van je zorgvraag. Vroeger moest je telkens de nood van je zorg aantonen, en werd daarop beslist of je een deel van het uitbreidingsbudget kreeg. Op die manier kwamen sommige mensen (waar bijvoorbeeld de ouders voor hun kind zorgden) nooit aan bod, omdat zij ‘voorlopig’ een oplossing hadden. Met de invoering van de registratiedatum hebben ook zij vanaf nu de mogelijkheid om een budget te krijgen. Uit cijfers die ik bij minister Vandeurzen opvroeg, blijkt nu dat mensen die sinds 9 september 1999 geregistreerd staan op deze manier eindelijk een oplossing kregen voor hun zorgvraag.
49 miljoen voor automatische toekenningen
Het grootste gedeelte van het budget is voorzien voor automatische toekenningen. Ook dit is nieuw binnen de PVF. In 2017 zal op deze manier naar schatting bijna 49 miljoen euro worden besteed aan mensen die voldoen aan 1 van de vier voorwaarden voor automatische toekenning. Dit kan zijn een noodsituatie (bv. plots wegvallen van uw netwerk), een spoedprocedure (bij een snel degeneratieve aandoening), uit maatschappelijke noodzaak (bv. wanneer sprake is van misbruik of ernstige verwaarlozing) of voor de overgang minderjarigen-meerderjarigen, waarbij in 2017 alle personen met een beperking die geboren zijn in het jaar 1994 of vroeger een omzetting van hun zorgvraag krijgen.
16 miljoen voor prioriteitengroepen 1 tot en met 3
Op 1 januari waren er 12.940 zorgvragen waar nog geen budget voor was. Elk jaar worden hier een aantal mensen van geholpen door automatische toekenningen, waar ik net over sprak. Daarnaast wordt er budget ter beschikking gesteld voor de prioriteitengroepen. Uit het antwoord dat ik kreeg van minister Vandeurzen blijkt dat in 2017 er 16.099.861 € voorzien is voor de 3 prioriteitengroepen (PG). De verdeelsleutel die hiervoor geldt in 2017 is 80% in PG 1, 5% in PG 2, 15% in PG 3, m.a.w. respectievelijk, 12.879.889 €, 804.993 € en 2.414.979 €. De helft van deze 16 miljoen werd in februari verdeeld en zo kregen 266 mensen een persoonsvolgend budget. In totaal zouden in 2017 naar schatting 380 via deze weg een zorgbudget krijgen.
Verschillende wachttijd naargelang de provincie waarin je woont
Wanneer je aan de beurt komt hangt op dit moment ook af van de provincie waarin je woont. Dit jaar wordt het budget immers per provincie verdeeld. Men bekijkt nu of men deze manier van verdelen per provincie wil behouden voor volgende jaren of niet. Dat het in 2017 zo gebeurt zorgt voor een verschil per provinvie. In West-Vlaanderen bijvoorbeeld is een groot deel van het budget voorzien voor de overgang van minderjarigen naar meerderjarigen, en hierdoor is er minder budget over om te verdelen over de 3 prioriteitengroepen. Zo kreeg iedereen die zich voor 9 september 1999 registreerde een budget in West-Vlaanderen. In Vlaams-Brabant echter staan ze nu 2 jaar verder, iedereen die zich voor 2 oktober 2001 registreerde kreeg een budget. Ook bij degenen die met prioriteitengroep 1 geregistreerd staan is er zo een verschil opgebouwd, in West-Vlaanderen moet je hiervoor voor 17 december 2015 zijn geregistreerd, in Vlaams-Brabant en Brussel 29 maart 2016.
Het is meteen duidelijk dat het nuttig is dat deze regering besliste om ook in 2018 en 2019 een groot uitbreidingsbeleid te voorzien. Ook in de jaren nadien zal een constant hoog uitbreidingsbeleid nodig zijn om de wachtlijsten verder in te korten! De volledige cijfers die ik opvroeg vind je hier en hier.